De StAB heeft advies uitgebracht aan de Raad van State. Het volledige rapport vindt u verderop in dit item.
Een aantal belangrijke conclusies:
– Het toegepaste berekeningsmodel (het zogenaamde zog-model) voor de beoordeling van de invloed van windturbines is niet van toepassing op geurberekeningen
– Er wordt een voorbehoud gemaakt bij de conclusie dat de installatie kan worden aangemerkt als één van de mogelijke beste beschikbare technieken. De reden voor dit voorbehoud is dat in het verspreidingsmodel geen rekening is gehouden met kustlijnfumigatie.�
– Het zog-model is niet geschikt voor verbreidingsberekeningen met de emissie van fluoride
– Het NNM ( Nieuw Nationaal Model) mag niet zonder meer gebruikt worden voor verspreidingsberekeningen boven zee, zoals het standpunt van KEMA is. Alleen op basis van goedkeuring van de Minister mag een andere methode worden toegepast.�
– Tussen de afvaloven en de WKC op het terrein van Frisia bestaan technische en functionele bindingen. De WKC is noodzakelijk om het aangevraagde energierendement te behalen.
– De leidingstraat die de technische binding tussen de afvaloven en de WKC vormt, valt onder geen van beide milieuvergunningen.
– Omrin heeft geen informatie verstrekt over de hoeveelheid gecontracteerd afval. Wel staat vast dat de contracten met de Friese gemeenten niet voldoende zijn om de gehele capaciteit van de inrichting ook na 2014 te benutten. Hiervoor moeten nog contracten worden afgesloten. Het gegeven dat de oven maar 1 verbrandingslijn heeft en het noodzakelijk is om de installatie continu door te laten draaien maakt de installatie mogelijk eerder kwetsbaar voor ontwikkelingen in de afvalmarkt.
– De op de BREF Afvalverbranding gebaseerde daggemiddelde emissiegrenswaarden gelden vanaf de eerste dag van inbedrijfsstelling
– het is mogelijk om de gegevens die continu worden gemeten in de schoorsteen (elektronisch) ter beschikking te stellen aan derden.
– Derden kunnen – in verband met de openbaarheid van milieuinformatie – via het bevoegd gezag vragen om inzage.