Rekenwijze afvaloven Omrin door Europese Commissie afgekeurd

In een ingezonden brief (zie hieronder) die vandaag verschenen is in de Leeuwarder Courant, leggen Jan Boekeloo en Henri Sarolea haarfijn uit hoe de Europese Commissie de omstreden rekenwijze van Omrin heeft beoordeeld.

————————————————-

De Reststoffen Energie Centrale (REC) in Harlingen stoot per jaar gemiddeld tussen de 7 en 8 mg/Nm3 zoutzuur uit, veel meer dan de 5 mg/Nm3 die de vergunning toestaat. Men komt hiermee weg door onder de noemer ‘meetonzekerheid’ standaard 4 mg/Nm3 af te trekken.

De REC is altijd aangeprezen als een supermoderne afvalverbrander, maar dit gold even niet toen Sietske Poepjes de staten in 2012 uitleg moest geven over de in verhouding wel érg hoge aftrek: „De wettelijke correcties voor onder andere de meetonzekerheid zijn gelijk voor bedrijven die over moderne dan wel verouderde meetapparatuur beschikken. (…) U kunt dit vergelijken met de correctie die bij een snelheidsovertreding wordt toegepast. Die wordt voor zowel oude als nieuwe auto’s op dezelfde wijze toegepast.”

Deze uitleg miskent dat volgens de Europese Richtlijn Industriële Emissies (RIE) bij het meten de uitstoot zo betrouwbaar mogelijk moet worden aangegeven. Daarom besloot stichting Afvaloven Nee om de rechter in te schakelen, maar helaas zonder succes. Waarop de stichting een klacht indiende bij de Europese Commissie. De eerste reactie afkomstig van het Directoraat-Generaal Milieu (DG) is nu bekend geworden.

Het DG volgt hierin de uitleg van de stichting. In onze vertaling: „Het DG is van oordeel dat de voorkeursinterpretatie van de Richtlijn in lijn ligt met wat u heeft beschreven.” Het DG wijst de door Poepjes goedgekeurde rekenwijze in niet mis te verstane termen af met de conclusie, kort samengevat: „Een praktijk die ongeacht de nauwkeurigheid van de meetapparatuur vaste maximale waarden aftrekt, verdraagt zich niet met de Richtlijn.”

De REC stoot dus afgaande op de thans door het DG gegeven uitleg, meer uit dan in de jaarverslagen is aangegeven. Als de REC in Duitsland zou staan – waar men conform de opvatting van de stichting rekent – zou de gemeten uitstoot van zoutzuur met 0,68 in plaats van met 4 mg/ Nm3 worden verminderd.

Michiel Schrier, die als nieuwe gedeputeerde voor milieu kennelijk ook twijfelde aan het creatieve rekenwerk van de REC, vroeg directeur John Vernooij enige tijd geleden publiekelijk om vrijwillig „voor zoutzuur niet langer te sturen op een uitstoot van 8 mg/Nm3”. Vernooij legde dit verzoek echter resoluut naast zich neer onder verwijzing naar de hem ‘toekomende’ meetonzekerheid van 4 mg/Nm3.

Waar de REC ook de norm voor waterstoffluoride op dit moment weer overschrijdt is het nú aan Michiel Schrier om met de brief uit Brussel in de hand – en hopelijk gesteund door eurofiel Sietske Poepjes – voortvarend in actie te komen en zich in deze niet te laten imponeren door de lange arm van mensen als Vernooij of anderszins oude politiek te bedrijven.

JAN BOEKELOO

HENRI SAROLEA

Harlingen

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.