Onthutsende info rechtszaak Frisia-Omrin

Uit een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland uit 2015 naar aanleiding van een rechtszaak tussen Frisia en Omrin blijken onthutsende feiten naar voren te zijn gekomen. Deze rechtszaak die zorgvuldig uit de publiciteit is gehouden, laten een schokkend beeld zien hoe Frisia en Omrin met elkaar omgaan. De uitspraak toont een nietsontziende handelswijze van Frisia en Omrin. De samenwerking is uitermate broos.

REC en Frisia bereikten, ver voordat de intentie over het bouwen van een afvaloven in Harlingen in de openbaarheid kwam, al op 15 juni 2006 en 4 september 2006 overeenstemming over de uitgangspunten voor hun samenwerking. Omdat de afzet van stoom en elektriciteit voor REC een belangrijkste pijler is van haar bedrijfsplan, hebben de overeenkomsten een looptijd van 15 jaar.

In geval van wanprestatie is de aansprakelijkheid van partijen voor schade geleden door de andere partij beperkt tot EUR 10 miljoen per schadeveroorzakende gebeurtenis. Structurele knalpijpen en de vele storingen kunnen niet als overmacht worden beschouwd.

Frisia verhuurt aan REC B.V. de WarmteKrachtenCentrale (WKC) voor een maandbedrag van € 80.960 exclusief omzetbelasting. Frisia heeft op 5 december 2012 en 3 januari 2013 aan REC voor de maanden november 2012 respectievelijk december 2012 een bedrag van € 97.961,60 per maand gefactureerd terzake de huur van de WKC door REC. REC heeft deze facturen onbetaald gelaten.

De REC is veroordeelt om aan haar tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te betalen een bedrag van € 293.844,80 inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente.

Lees verdere onthullende informatie in de uitspraak.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.